Willem vroeg me om als nieuw Hawks lid mijn lesavontuur op papier te zetten en dit met jullie te delen. Doe ik met plezier, hierbij mijn zomer 2018 Hawks ervaringen, maar dat niet alleen, ook, in een notendop, de weg die naar The Hawks geleid heeft.
Het is, denk ik, allemaal begonnen rond mijn zevende toen mijn vader mij een keer meenam naar Schiphol. Dat was de eerste keer dat ik vliegtuigen die ik kende van plaatjes, bijvoorbeeld de Super Constellation, van dichtbij zag, en ook kon zien landen en opstijgen. Geweldig was dat, de fascinatie voor vliegen en vliegtuigen bij mij is daar en toen begonnen. Vanaf die dag keek ik naar boven bij ieder vliegtuiggeluid.
In de jaren daarna volgden vele bezoeken aan luchthavens, toen ik nog erg jong was voornamelijk Schiphol, en de KLu open-dagen, maar toen ik ouder werden alleen op pad kon ook trips naar airshows als Fairnborough en LeBourget.
Maar alleen kijken was op een bepaald moment niet genoeg. Ik wilde weten hoe het was omzelf in de lucht bezig te zijn en zien of ik daarmee dichter bij dat vlieggevoel kon komen.
In mijn militaire diensttijd ben ik daarom begonnen met een cursus parachute springen(static line) op Lelystad. In die tijd waren er nog geen matrassen maar werd er met traditionele (militaire) koepel parachutes, de TU-7, gesprongen.
De eerste sprong was voor een nieuwkomer zoals ik heel bijzonder. Je werd met zes man op elkaar in een Cessna gepropt. Tijdens het instappen bleek de Cessna geen (linker) deur te hebben, en ik kwam pal naast die open (verwijderde) deur te zitten. Ik hoopte nog even dat deze vlak voor de start ingehangen zou worden maar niets van dat alles. Ik weet nog dat ik vertwijfeld zocht naar een veiligheidsriem maar die was er ook niet. Op mijn vraag of dit allemaal goed was en echt zo hoorde knikte de instructeur geruststellend. Na de start en kort uitklimmen werd er een steile linker bocht ingezet en keek ik vanuit het schuinliggende toestel door de deuropening recht naar de wereld onder je. Een geval van zeven kleuren stront. Ieder kleine randje dat ik naast, achter en onder me kon voelen heb ik gebruikt om me aan vast te klampen. Ik had toen nog niet door dat je als het ware op je plaats gedrukt wordt, mits de bocht gecoördineerd wordt gevlogen natuurlijk.
Die eerste sprong uit het vliegtuig viel mee, waarschijnlijk omdat ik min of meer verdoofd was door de open deur beleving. De twee sprongen na de eerste waren moeilijker, met name de tweede keer. Het gaat flink tegen je overlevingsinstinct in om op 600 meter hoogte zomaar uit een vliegtuig te stappen. Maar gelukkig went dat redelijk snel.
Het nadeel van deTU-7 koepel was dat als het scherm eenmaal open was je alleen maar hing, sturen was maar heel beperkt, of eigenlijk niet, mogelijk. Ik ben na acht static line sprongen niet verder gegaan. Misschien is dat een gemiste kans geweest, want een vrije val sprong zou wel eens heel dicht bij het ware vlieggevoel kunnen komen.
In de jaren daarna zijn de matrassen gekomen, in feite een vleugel die profiel krijgt door de instromende lucht. Hier was echt mee was te sturen, en vanuit die ontwikkeling is weer het parapenten (schermvliegen) ontstaan.
Dat parapenten heb ik altijd fascinerend gevonden en op een gegeven moment besloot ik dat zelf te gaan proberen. Ik heb daartoe een aantal jaren zomercursussen in de alpen gevolgd. Enorm spectaculair en spannend om te doen, maar het is niet zonder gevaar. Om die reden ben ik er op een gegeven moment mee gestopt en overgestapt naar hanggliding. Dat leek me toen iets minder riskant, met name ook omdat daarbij de rug veel minder kwetsbaar is tijdens de landing. Weer cursussen volgen, een toestel aangeschaft en iedere zomer een paar weken naar de Franse alpen om te leren vliegen. Alhoewel het veel moeilijker is dan parapenten was ook dit prachtig om te doen. Na een flinke, maar gelukkig goed afgelopen landingscrash in de derde zomer kwam ik voor mijzelf tot de conclusie dat ook deze vliegbeleving het gezondheidsrisico niet waard was. Ik ben er mee gestopt en heb de hangglider verkocht.
Ondertussen was ik in Lelystad met UtraLightVliegen begonnen. Dat kon tenminste het hele jaar door in Nederland beoefend worden. Weer lessen, cursussen, examens etc volgen. Ook dat proces vond ik steeds weer erg leuk om te doen. ULV vliegen leek door zijn eenvoud qua gevoel heel dicht het pure vliegen te benaderen. Prachtige maar super simpele vliegtuigjes bestaande uit een buizenframe, vleugels met rolroeren bespannen met zeildoek, elevator en richtingroer idem, en voorop een tweepersoons polyester gondel waar bovenop de motor bevestigd was. Het geheel mocht inclusief brandstof niet zwaarder zijn dan 375 kg. Het max. gewicht is nu iets verhoogd als ik het goed heb. Ik heb met name op de FOX C-22 gevlogen, een heel degelijk en goedmoedig vliegtuigje. De eerste jaren vlogen we met een Rotax tweetakt motor. De zweefcapaciteiten van de FOX waren helemaal niet zo slecht, wat ingeval van een motorprobleem en een daardoor gedwongen buitenlanding tijd gaf om een geschikt veldje uit te zoeken. Het is mij nooit overkomen maar met de kans hierop moest je wel altijd rekening houden. Later zijn we overgegaan op viertakt motoren, wat de kans op motorstoringen flink verminderde.
De vliegmogelijkheden voor ULV’s waren in die tijd zeer beperkt omdat we op maar vier velden toegelaten werden in NL. De sportvliegerij wilde eigenlijk niks met ULV’s te maken hebben. De RLD beloofde jarenlang de ULV sport te helpen ontwikkelen en het aantal voor ULV toegestane velden in NL uit te breiden maar daar kwam heel lang niets van terecht. Toen we het na 10 jaar nog steeds met dezelfde 4 veldjes moesten doen ben ik voornamelijk om deze reden met ULV vliegen gestopt. Gelukkig voor de huidige ULV piloten is dit in de tussentijd eindelijk veranderd. De sportvliegerij heeft begrepen dat ze moeten samenwerken met de ULV wereld en nu kunnen ULV’s wel van de meeste groene velden gebruik maken.
Door alle activiteiten hierboven loopt het vlieggevoel als een rode draad. Maar ja, wat is dat ‘vlieggevoel’ nou eigenlijk? Ik denk dat het voor iedereen misschien net weer wat anders kan zijn, maar voor mij staat het voor een soort van zweven, op gaan in het ijle niets. Los van alles, ver er bovenuit. Het is zelfs een wat mystiek en spiritueel gevoel. Ik geef toe dat het wat zweverig klinkt, maar dat komt vliegtechnisch gesproken weer goed uit ;).
Er staat eenprachtig filmpje op YouTube van een ASW28 RC piloot, genaamd “Thesea of angels”, dat heel goed aan het bovenstaande gevoel beantwoord. Ik ben dus zeker niet de enige. Misschien hebben we dat allemaal wel een beetje.
Zelf in de lucht zijn en vliegen moet dat gevoel het dichtst benaderen, dacht ik vroeger. Dat is immers ook zweven, van alles los zijn. Maar zelf vliegen is heel anders, zelfs in de meest minimalistische vorm, zoals met een hangglider, parapente of in een Ultra Light. Zelf vliegen is jezelf als mens in de lucht zien te houden. Het is absoluut geen zweven in het niets, maar je bent bezig met overleven en het managen van je veiligheid. Niks los zijn van alles, er is simpelweg geen tijd om dat echt te beleven want we zijn geen vogels. Het lukte zelfs Icarus niet.
Dat is wat ik voormij zelf heb ontdekt in de luchtsporten die ik een flink aantal jaren heb beoefend. Niet dat vliegen niet leuk is, het was geweldig om te doen, maar het was niet de Sea of Angels waar ik in verbleef.
Dan bijna 20 jaar later, koop ik in januari 2018 in Australie een quadcopter op internet. Gewoon een speelgoedding, voor de grap. Na slechts zes minuten oefenen reageerde de zender opeens niet meer en bleef het ding onbestuurbaar verder omhoog vliegen, waar het door de wind werd meegenomen en uit zicht verdween. Niet meer teruggezien. Balen want dat was 80 euro naar de knoppen. Maar goed, wat begon als een grap, deed meer. Plots was de klik met vliegen er weer. Er niet het er zelf inzitten maar gewoon naar een vliegtuig kijken en het op afstand besturen leek me helemaal geweldig. Ik begon op internet alles te lezen en te bekijken wat ik tegen kwam over RC vliegen en heb op basis van al die informatie na terugkomst in Nederland een Bixler en een Taranis gekocht.
Vervolgens ben ik gaan zoeken naar een leuke vliegclub want het was me inmiddels duidelijk geworden dat goede begeleiding bij het leren RC vliegen heel belangrijk is, en dat je beter niet in je eentje met dit soort zaken aan de gang kunt gaan. Ik heb gekeken bij de RC clubs in Oss en Zaltbommel maar daar had ik nog niet helemaal het goede gevoel bij. Het veld van de club Den Bosch in ‘t Wild, waar ik goede dingen overgehoord had, kon ik helaas niet vinden. In diezelfde periode las ik toevallig een lokaal krantje uit Vught en kwam een artikel tegen overeen RC zweefvlieg kampioenschap dat gehouden werd bij de vliegclub The Hawks in Vught. Heel bijzonder. Ik ben naar dat evenement gaan kijken en hoewel ik helemaal niet zo met zweven bezig was (ik zag de Bix ook meer als een motorvliegtuig) dacht ik op het veld aangekomen meteen van ‘yes’ hier moet ik zijn voor deze hobby.
Het lesavontuur.
Zo is mijn lesavontuur in de Gement begonnen. Het is maar goed dat ik bij een club ben gegaan en niet zelf ben gaan aanrommelen want wat viel het tegen in het begin en wat ging (en gaat) het moeizaam. Het voelde aan als heel grof harken. Iedereen zei dat het vanzelf zou komen maar ik had er na enige tijd toch een hard hoofd in. Geen enkele verbetering leek zich aan te dienen. Peter, mijn mede RC aanvanger, ging ondertussen al als een speer. Geweldig hoe hij dat deed en het al voor elkaar kreeg.
Als er dan eindelijk een kleine verbetering is te bespeuren als ik met Luc les, vlieg ik mijn Bixler prompt de boom in. Goede raad is duur, want hij zit hoog, en dan bedoel ik echt hoog. Eigenlijk is er geen andere optie dan de brandweer te bellen. Die komen, aldus Willem, althans dat hebben ze een keer eerder wel gedaan. Ja, die jongens hebben de middelen. Maar komen ze ook anno 2018 nog voor een modelvliegtuig in de boom? Daar kom je maar op een manier achter, dus de stoute schoenen aangetrokken en gebeld.
“Brandweer Den Bosch, met Nico – wat, een modelvliegtuig in de boom? – Ja, wat moet ik daar nou mee, nou goed, ik zal een paar jongens langssturen”.
Een kwartier later komt er een joekel van een ladderwagen het kleine Hawksweggetje afgereden. Twee stoere spuitgasten stempelen de auto, draaien de ladder een enorm eind uit en halen daarmee de gecrashte Bix uit de boom. Een super actie. Als dank heb ik twee grote vlaaien naar de brandweerkazerne gebracht in Den Bosch voor Nico en zijn team.
De vliegoefeningen gaan nog steeds stroef maar dan, heel plots, is er een sprankje gevoel bij de stickbewegingen. Dat geeft hoop. Komt het door het simmen? Wie weet. En dan bij het vliegen met Eric gaat het weer beter en de keer daarna met Willem volgt een grote doorbraak. Eerst zelf een bijna landing en daarna een heuse echte landing. Super. Dan de volgende keer zelf gooien, terwijl Willem hem uitvliegten daarna de zender overgeeft. En dan uiteindelijk de hele oefening zelf doen. Vliegtuig starten, uit laten stijgen, circuit vliegen en landen. Ik sta met samengeknepen billen en met het klamme zweet op mijn rug midden op het veld. Ik voel de priemende ogen van allezwijgende toeschouwers in mijn zij prikken, maar het lukt allemaal. Yes! Opluchting en euforie tegelijk. Genieten van dat gevoel van spanning ook, want je weet dat het na die eerste keer nooit meer zo zal worden. Maar dat geeft niet, want het vliegen zelf zal steeds mooier en leuker worden.
Wel bizar dat die eerste keer zo enorm spannend is, je staat gewoon op de grond, er kan niks gebeuren, hooguit vlieg je je Bixler plat. En toch is die spanning vergelijkbaar met die van de eerste keer solo gaan in je ultralight. Heel vreemd.
De keer daarna doe ik een serieuze poging om mijn nieuwe, met veel moeite in elkaar gestoken U-Glider op te fikken door de lipo balance-uitgang op de verkeerde pinnen van de lipo volt sensor aan te sluiten. Dikke grijze rook komt plots vanuit het binnenste. Wonderlijk, maar tot mijn opluchting lijkt na snel lostrekken van de lipo, alles nog naar behoren te werken en kan Willem er zelfs nog een oefenvlucht meemaken. Het is heel bijzonder dat dit nog lukte, waarschijnlijk dankzij de vlieg-skills van Willem, want die avond thuis reageert het hoogteroer heel raar en een inspectie van het binnenste van de romp laat zien dat op de aansturende kabelboom alle isolatiemateriaal van de aarde draad is weggesmolten. Een wondertje dat er geen kortsluiting is ontstaan en dat hij nog in de lucht te houden was.
De volgende dag gaat het vliegen met de Bixler nog veel beter. Er is heel plotseling een overgang van relatief gevoelloos roeren met desticks naar het veel beter aanvoelen en met kleine beweginkjes sturen. Geweldig hoe die coordinatieve ontwikkeling door middel van trainen plaatsvindt in je hoofd en je zenuwstelsel. En supermooi dat we een zomer meemaken met zo enorm veel voor beginners vliegbare dagen. Dat helpt om progressie te maken.
10 October, een mooie woensdag. Weliswaar een stevige en sterk wisselvallige ZO wind, maar vliegen moest kunnen, toch. Het zelfvertrouwen was flink gegroeid want per slot van rekening had ik nu al twee middagen ervaring. Op de vraag van Willem of ik hulp nodig had bij de start antwoordde ik dan ook dat dit echt niet nodig was.
Pre-flightcheck van de Bix gedaan, throttle cut om en gooien met vol gas. Ik sta midden op het veld en ben mentaal klaar om snel up te geven, want de Bix wil altijd naar beneden in de eerste meters. Echter niet deze keer, als een Saturnus raket gaat hij bijna rechtstandig omhoog. Als reactie druk ik de stick helemaal naar voren waarna hij voor ik het goed en wel weet in een steile duikvlucht razendsnel naar rechts afbuigt en hard neer komt bij de opbouwtafels. Ongelooflijk, ik ben er bijna in geslaagd om in één beweging het voltallige Hawks bestuur, de bouw- en instructietechnische clubtop (Onno enJeroen) alsmede een paar veelbelovende aspirantleden van het veld te vegen, maar gelukkig is er niemand geraakt. Dat zou heel erg vervelend zijn geweest want de prop draaide na afloop nog steeds.
Eigenlijk meer verbaast dan geschrokken denk ik nog: “Best knap om die Bix vanaf een meter of dertig precies achter het hek bij de tafels te mikken. Misschien een leuke oefening voor de volgende clubdag”.
Maar even zonder gekheid, het is duidelijk dat dit geen beste beurt was. Een paar leerpunten die ik voor mijzelf uit dit voorval heb meegenomen:
- overschat jezelf niet, bij twijfel niet starten;
- denk goed na over de (nieuwe en meer heftige!) omstandigheden (= stevige tot zeer stevige tegenwind op moment van vliegtuig start en wisselende windrichting);
- denk na hoe een vliegtuig dan mogelijk anders reageert;
- bedenk dat zender (throttle) instellingen en reacties dan anders moeten zijn;
- overweeg om tijdens de leerfase throttle op de linkerstick te hebben ipv op een slider (snellere throttle down reactie)
- tot slot, overweeg om onder nieuwe, moeilijkere omstandigheden eerst een keer een testvlucht te laten voordoen door een instructeur.
De Bix is er ook niet ongeschonden vanaf gekomen en heeft o.a. geprobeerd zijn eigen staart door te zagen. Maar goed, (bijna) alles is te repareren.
Het is mij in ieder geval ook duidelijk geworden waarom leden van The Hawks verplicht een WA verzekering moeten hebben.
Zo, de zomer en mijn verblijf in NL zitten er op. Ik ga voor een half jaar naar Australie. Ook daar ligt o.a. een Bixler kit te wachten. Ik ben erg blij de grondbeginselen van het RC vliegen bij de Hawks geleerd te hebben. Ik vlieg in Oz namelijk in mijn eentje en weet nu dat zonder de lessen in Vught het vliegen hier in Australie een enorm drama zou zijn geworden.
Bij deze wil ik dan ook het Hawks bestuur en alle Hawks leden die mij de afgelopen zomer in mijn lesavontuur hebben geholpen enorm bedanken voor hun hulp, adviezen en tijd.
Hartelijke groet,
Ron
Dag ron
Wat een leuk verhaal om te lezen. Je zal vast af en toe in Australië even op de site gaan kijken.
Het is hier nu te nat en te koud om buiten te vliegen. Geduld dus.
Goede wensen voor 2019
Prachtig verhaal Ron, leuk te lezen hoe je het modelvliegen en het lessen hebt gevonden. Ik blijf het zeggen: oefenen, oefenen, oefenen ;-).
Wij zitten hier meer op de sim dan dat we buiten vliegen, ook leuk maar zeker niet hetzelfde.
Veel mooie (misschien zelfs vlieg) dagen en een alle goeds voor 2019. Tot op het veld.